Op 23 augustus hebben specialisten van Jarabee en het Expertisecentrum Jeugdzorg Twente (EJT) collega’s vanuit de hele wereld bijgepraat tijdens het internationale jeugdzorgcongres in Wenen.
De commissie Samson deed in 2010 onderzoek naar misbruik in de jeugdzorg. Het onderzoek richtte zich op kinderen die door de overheid onder verantwoordelijkheid van de jeugdzorg waren gesteld. De commissie stuitte op twee soorten misbruikers: een groep volwassen daders en leeftijdsgenoten. De volwassen daders waren veelal werkers in de jeugdzorg, meestal niet eerder veroordeeld voor een zedenmisdrijf. Er bleek zelden sprake van pedofilie, aldus het onderzoek.
De tweede groep - meer dan de helft van de daders – betrof leeftijdsgenoten. Het ging dan vaak om kinderen van een jaar of 15 die in dezelfde omstandigheden zaten en dezelfde soort problemen hadden.
Na de commissie Samson kwam de commissie Rouvoet. Onder haar verantwoordelijkheid werd het 'Kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg' ontwikkeld.In mei 2013 startten organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp met de invoering van de maatregelen. In 2015 deed de Inspectie voor de Gezondheidzorg onderzoek. Bijna alle bezochte instellingen deden voldoende om seksueel grensoverschrijdend gedrag te voorkomen.
Jarabee is in Nederland één van de jeugdzorgorganisaties die bijzonder actief is in het tegengaan van seksueel misbruik. De Twentse jeugdzorgorganisatie was in 2013 nauw betrokken bij de ontwikkeling van het Kwaliteitskader. Het team Kindermishandeling, Seksueel misbruik en Huiselijk Geweld (KSH) van Jarabee heeft als taak het onderwerp binnen de organisatie onder de aandacht te houden.
“We investeren veel tijd in training, coaching en intervisie”, aldus Marije Kuipers, gedragswetenschapper bij Jarabee en lid van het KSH team. Dat is nodig. Hoewel het kwaliteitskader glashelder is, geeft het in de dagelijkse praktijk nogal eens dilemma’s.
Want seksualiteit lijkt in Nederland een thema dat de taboesfeer voorbij is, maar schijn bedriegt. Kuipers: “Nederland wordt internationaal gezien als tolerant. Alles mag. Dat komt vooral door emancipatie van de vrouw en wetten die seksuele vrijheden vastleggen. Maar als het gaat om praten over seksualiteit dan zijn we nog behoorlijk preuts. Vooral wanneer het dichtbij komt en over onszelf gaat. Van onze medewerkers en jeugdigen in zorg verwachten we wel dat ze over seksuele ontwikkeling praten. Dat ze bijvoorbeeld voorlichting geven, wensen en grenzen bespreken.”
Op het congres van de internationale jeugdzorgorganisatie FICE vraagt Jarabee samen met het Expertisecentrum Jeugdzorg Twente – een samenwerking van Jarabee, Ambiq, Intermetzo en Saxion - aandacht voor de gezonde seksuele ontwikkeling in een risicovolle context. Marije Kuipers: “Dat bereik je door het gedrag bespreekbaar te maken. Mag een jongere zijn/haar vriend(in) uitnodigen op de groep en op de kamer verblijven? Waarom wel, waarom niet? Mogen jongeren op de groep stoeien met elkaar, waarbij lichamelijk contact plaatsvindt? Om dat soort vragen gaat het.”
Het EJT doet momenteel onderzoek naar de seksuele opvoeding in leefgroepen. Samen verzorgen ze een workshop rondom het thema met als titel ‘Towards a better world: sexual abuse in redidential youth care. Exchanging international perspectives on identifying, preventing and talking about abuse’. Kuipers: “Het is niet onze bedoeling andere landen voor te schrijven hoe ze dit thema moeten oppakken. Dat kan ook niet, want seksualiteit is bij uitstek een onderwerp dat cultureel-maatschappelijk is bepaald. We willen vooral de discussie met elkaar voeren.”
Cruciaal in de aanpak van seksueel misbruik is het voeren van het gesprek, meent Kuipers. Als je in de jeugdzorg verblijft, is het risico dat je een vervelende seksuele ervaring hebt nog altijd twee keer zo groot dan wanneer je thuis woont. “Talk to me about seksuality, is dan ook onze centrale boodschap.”